Etappe
2: Zaterdag 13-oktober-2012; Beuningen - Tubbergen
(32 km).
Hotel Dinkeloord is een absolute aanrader voor fietsers en wandelaars. We hebben heerlijk geslapen en na een prima ontbijt lopen we het achterhekje van het hotel uit en zijn we weer op de route. Een lange dag vandaag, maar aan het eind weer een geregelde slaapplaats. Dus geen haast en we zien wel. We zien geen sporen meer van de marathon, dus dat hebben we als het goed is achter ons gelaten. Alhoewel we vlak langs Denekamp lopen, vernemen we er niets van als we weer verder wandelen langs de Dinkel. Na een paar kilometer zien we links van ons een groot buitenhuis. Dit ziet er toch wat anders uit dan de landhuizen van de textielbaronnen. Ouder ook.
![]() |
![]() |
De havezathe Singraven heeft zijn oorsprong dan ook in de 14e eeuw. Al in de 17e eeuw hebben grote Hollandse meesters, zoals Hobbema en Ruysdael de watermolen van het landgoed op doek vereeuwigd. De molen zelf is ook een prachtig staaltje van watermanagement. De hele Dinkel is destijds naar een hoger plan gebracht en dat is nu nog steeds zo. Met veel geweld stort het water door een sluis meters naar beneden om de weg in de Dinkel te vervolgen. De 3 watermolens zelf zijn niet in gebruik, maar ze maken wel de indruk dat ze nog functioneren.
![]() |
![]() |
Een paar honderd meter verder zien we veel auto’s staan op een parkeerterrein. Waar zijn de eigenaars? Zo nu en dan klinken er voor ons schoten in het bos en al snel zien we het verband tussen de auto’s en de schoten. Hier worden honden getraind voor de jacht. Veel camouflagepakken en groene jacks en ook veel jachtgeweren. We komen er ongeschonden doorheen en bereiken het kanaal Almelo-Nordhorn. Weer een heel ander beeld. Lange rechte lijnen tot aan de horizon met strakke in herfstkleuren getooide oeverwallen. We lopen een kilometertje langs deze abstracte vormgeving om daarna het bos behorende bij de Huneborg in te duiken.
Aan de contouren in het landschap is nog te zien dat hier in het verleden iets moet hebben gestaan. Een gracht, met verdedigingswallen met een centraal gedeelte, nu helemaal dichtgegroeid met bomen. Dit voormalige verdedigingswerk moet zo’n 800 jaar geleden zijn aangelegd waarschijnlijk voor de toenmalige bisschop van Utrecht.
![]() |
![]() |
Vlak voor Ootmarsum kunnen we kiezen uit 2 routes, de huidige en de toekomstige. We nemen de laatste. Ootmarsum is sinds 1300 een vestingstad en is nauwelijks meegegaan in de vaart der volken. Grote slooppartijen zoals in andere plaatsen in Twente zijn hier uitgebleven, verrassend origineel dus. De ronde vorm van de stad heeft te maken met de aarden wal die de stad destijds moest beschermen tegen indringers. Ook de tradities worden in stand gehouden. Een bronzen beeldenpartij op het plein naast de R.K. Simon en Judas kerk symboliseert een eeuwenoud gebruik rond Pasen. Met de 8 Poaskearels voorop trekt de bevolking in optocht door de stad om op de markt het Paasvuur aan te steken. Het markeert de overgang van de carnaval naar het eigenlijke Paasfeest.
![]() |
![]() |
Via een glooiend terrein naderen we het natuurreservaat Springendal, een zogeheten erosiedal. Bij een dal horen heuvels, maar die zijn er niet. Toch zijn er in het verleden hoogteverschillen gecreëerd ten behoeve van watermolens. De molens zijn weg, maar de meertjes zijn er nog. Prachtige paden met bruggetjes, houten vlonders, heuse boerenhekken en dat temidden van een sterk kleurende natuur. Bij een hoge brandtoren gaan we rechts af en komen we op de Paardenslenkte, een enorm heidegebied. Even verder bereiken we de Duitse grens, maar we blijven op Nederlandse bodem.
![]() |
![]() |
Blijkbaar zijn we gaandeweg gestegen want opeens ligt onder ons de watermolen Frans. Het is ondertussen ook gaan regenen, dus de paraplu’s gaan op. Frans heeft een facelift nodig, de molen ziet er niet erg stevig uit. We lopen verder naar de tweede molen, de watermolen Bels ook uit 1725. Deze oogt wat beter onderhouden en er is ook een restaurant waar we even pauzeren voor een kop koffie. Alles straalt nostalgie uit, mede veroorzaakt door de dikke eiken balken die het eeuwenoude plafond van het gebouw dragen. Hoewel hier nooit een restaurant is geweest geeft de hele entourage samen met een gedempte verlichting en een eenvoudig passend interieur het idee dat hier hele generaties Tukkers de buik hebben kunnen vullen.
![]() |
![]() |
Na de stop lopen we weer de bult omhoog richting de Galgenberg. De regen is bijna opgehouden. De route gaat weer vlak langs de grens en we stuiten op een zogeheten Kommiezen-wachthut, een gereconstrueerde grenspost zoals er diverse waren te vinden in de oorlogstijd. De grenswachten hadden als functie smokkelaars te onderscheppen. De Galgenberg heeft een hoogte van 70 meter. De naam geeft het al aan, hier bungelden in vroegere tijden de slechteriken ter afschrikking. De hoogteverschillen nemen nu sterk toe, het pad gaat op en neer langs en over uitgesleten beekjes. Ook een voormalige zandafgraving aan de Duitse kant van de grens geeft een mooi 3D-plaatje.
In dit verlaten grensgebied wemelt het
van de grafheuvels en als we de borden mogen geloven is er in Mander ook een
echt hunebed geweest. Het enige wat nu nog resteert, is de heuvel die tot 2 maal
toe helemaal is afgegraven en onderzocht. Uit bodemafdrukken weet men dat er
ooit een echt Hunebed moet zijn geweest. Het enige in Twente, maar nu zonder
stenen dus.
![]() |
![]() |
Even verder weer een bijzonderheid, de Cirkels van Jannink. Goed te zien vanuit de lucht en op de kaart, maar weinig spectaculair vanaf de grond. Textielbaron Jannink heeft in dit gebied in de jaren 20 een stuk heide ontgonnen in 2 grote cirkelvormen. De gedachte was hierbij dat een trekker met ploeg vanuit het midden zonder schade aan de opgeworpen vorens in een spiraal naar de buitenkant van het veld kon rijden. Tegenwoordig zijn de beide cirkels een landschappelijk kunstwerk geworden en wordt ook geprobeerd ze open te houden, want de natuur wil het stuk grond terug hebben.
In de greppels langs de randen van de cirkels groeien onvoorstelbaar veel paddenstoelen in allerlei soorten en maten. We kunnen wel blijven fotograferen, steeds komt er weer iets nog spectaculairdere langs. We lopen daarbij weer precies op de grens. Aan de Duitse kant staan jonge dennenboompjes keurig in ellenlange rijen opgesteld. Aan de Nederlandse kant alles ongeorganiseerd. Het lijkt toeval maar op dit moment ziet het er uit als de weerspiegeling van de geaardheid van de bewoners aan beide kanten van deze virtuele grens.
![]() |
![]() |
Aan de horizon dreigen nieuwe donkere wolken en de pas wordt er nog eens stevig ingezet voor de laatste kilometers. Op het laatst klopt de bewegwijzering niet meer, maar als de regen ook daadwerkelijk inzet geloven we het verder wel en lopen rechtstreeks naar hotel Fortkamp in Tubbergen. Het hotel zelf is meer een pension met eetcafé. De herfstbok smaakt weer prima. We hoeven vandaag niets meer.